Het type isolatiemateriaal bepaalt veelal de keuze van het spouwanker systeem.
Het type isolatiemateriaal bepaalt veelal de keuze van het spouwanker systeem.
Het type isolatiemateriaal bepaalt veelal de keuze van het spouwanker systeem.
Er dienen duurzame (minimaal) RVS kwaliteit A4 spouwankers toegepast te worden conform NEN-EN 1996-2 N.B.-C.1. Er zijn twee manieren waarop je spouwankers kunt plaatsen.
Metsel/ lijmankers
Deze worden in de metsel/lijm mortel in de lintvoeg van de binnenmuursteen gelegd. Leg het anker, volgens voorschrift leverancier, voldoende op de binnenmuur zodat deze niet kan buigen.
Boorankers
Achteraf worden speciale ankers in de muur bevestigd. Boren zonder kloppen is absoluut noodzakelijk. Verdeel spouwankers gelijkmatig en verspringend. Het aantal spouwankers en de afmetingen worden door de constructeur van de opdrachtgever aangegeven. Als onderlegger kunnen de NEN-EN 1996-1-1 en NPR 9096-1-1 worden gebruikt.
ca = 1,5
Voor situaties waarbij sprake is van een gesteund binnenblad met een buigstijfheid die ten minste tweemaal zo groot is als de buigstijfheid van het buitenblad.
ca = 3,0
Voor situaties waarbij sprake is van een niet-dragend binnenblad dat aan de bovenzijde niet in horizontale richting uit het vlak van de wand wordt gesteund en waarbij het buitenblad ter plaatse van de vloerranden ook niet is voorzien van een horizontale koppeling met de vloerrand.
ca = 2,0
In de overige gevallen.
Aantal benodigde spouwankers rond 3,6 mm per m2.
Opm *
In de nieuw gedefinieerde kuststrook in NENEN 1991-1-4 is de windbelasting aanzienlijk vergroot ten opzicht van de hieronder genoemde windgebieden. Voor de kuststrook wordt een opgave van het aantal spouwankers door de constructeur ten zeerste aanbevolen.
o = onbebouwd
b = bebouwd