Functievermenging
Geld moet worden uitgegeven aan onderwijs en niet aan stenen. Aan de andere kant: op dit moment wordt wel bepaald hoe mensen over 100 jaar door dit stukje stad lopen. In 1994 begint het nadenken over de stedenbouwkundige mega-operatie. Zo’n tien jaar later ziet het masterplan het licht – voor een gebied van 40 hectare en 960.000 m2. Citaat uit dit plan: “De campus verbindt, nodigt uit tot ontmoeting en is slim geordend.” Functievermenging is essentieel: leren, werken en ontspannen in een kenniswijk annex levendig deel van de Zuidas. De campus stimuleert kruisbestuiving tussen wetenschap en bedrijfsleven. Studenten, medewerkers, bezoekers én patiënten vinden hier een aantrekkelijke omgeving. De plannen krijgen vorm met een autovrije, stedelijke omgeving met groene daken, pleinen, ondergrondse auto- en fietsgarages en open gebouwen.
Informele setting
De Facilitaire Campus Organisatie, de ‘corporate real estate’ organisatie van de VU: “Binnen zie je wat buiten gebeurt en buiten kom je elkaar tegen. Duurzaamheid komt terug in flexibele gebouwen, trias energetica en de kwaliteit van stedenbouw, architectuur en (technische) infrastructuur. De campus moet bruisen. Een stedelijke dynamiek en het profiel van een internationale topuniversiteit gaan hand in hand.”karres+brands wordt in die dagen gevraagd om een concept voor de openbare ruimte van de nieuwe kenniswijk. Een concept dat mensen moest samenbrengen. Het statement van de ontwerpers: “Een hoge concentratie intellect vraagt interactie en interactie vraagt een informele setting. Van binnenplaats tot kantine, van sportveld tot bibliotheek.”
Stad in de stad
Als hart van de ‘nieuwe’ universiteit wordt het campusplein tussen 2013 en 2018 gefaseerd opgeleverd. Patrick van Oostvoorn, voor de VU programmamanager openbare ruimte: “De buiteninrichting wordt actueel en groen. Waarbij we ons ook laten inspireren door de nieuwe of vernieuwde faculteitsgebouwen.” Het ‘elkaar ontmoeten’ wordt gestimuleerd door van het plein de woonkamer van de universiteit te maken: de plek voor tijdsbesteding en het maken van ontmoetingen. Stimuli zijn horeca, winkels, een hotel en faciliteiten voor rust en lichaamsbeweging. “De campus is een groene plek waar mensen zich thuis voelen, elkaar tegen komen en nieuwe samenwerkingsvormen ontstaan. Naast de promoties, inauguraties, symposia en congressen, zijn er sportevenementen en culturele programma’s zoals openlucht cinema en theater. Nieuwe onderwijs- en werkstijlen vinden nu en in de toekomst hun vorm in de foyers, werktuinen en coffee corners. Met de komst van studentenwoningen en een uitgebreider sport- en cultuurprogramma, is de campus een stad in de stad.”
Campusplein
Het campusplein wordt ingericht als voetgangersgebied. De parkeerplaatsen voor auto’s verdwijnen van het maaiveld, evenals een deel van de stallingen voor fietsen en scooters. Van Oostvoorn: “Voor de bestrating hebben we een aantal proefvakken laten maken. Deze straatsteen vonden we het mooiste, qua kleur en uitstraling. De kosten en het visuele gaven de doorslag. Daarbij vormen deze stenen een mooi contrast met de betonnen banden.”