Elseviergebouw
Knevel Architecten kreeg in 2012 de opdracht om het Elseviergebouw te renoveren en herbestemmen. Een grondige studie naar het oorspronkelijke ontwerp leverde verrassende inzichten en gaf een interessant tijdsbeeld, zo vertelt Benjamin Robichon, architect en partner bij het architectenbureau. ‘Het Elseviergebouw werd opgeleverd in 1964, dus na het pensioen van Dudok. Het zou oorspronkelijk achttien verdiepingen hoog zijn, zo blijkt uit foto’s van maquettes en de tekeningen. Het is georiënteerd naar de buitenkant van de stad, wat na de komst van de ring helemaal niet logisch meer was.’ Het gebouw heette oorspronkelijk Zaanstad, maar werd in de volksmond al snel het Elseviergebouw, omdat de uitgeverij en redactie van het weekblad daar jarenlang waren gevestigd.
Tijdsbeeld
Het Elseviergebouw past in een bepaald tijdsbeeld: het Havengebouw van Dudok en Magnée naast het Amsterdamse Centraal Station heeft een vergelijkbare compositie met vrij gesloten kopgevels en open langsgevels. Als het gaat om de materialisering, dan blijkt dat geglazuurde stenen in die tijd ook door andere architecten werden gebruikt. De Nederlandsche Bank van Duintjer (opgeleverd in 1961) laat horizontale banden van geglazuurde stenen zien. Of Dudok zelf de kleur en nuances van de geglazuurde stenen van het Elseviergebouw heeft gekozen, valt niet meer na te gaan. ‘Waarschijnlijk niet’, denkt Benjamin Robichon. ‘Dat zal wel in handen van zijn bureau zijn geweest.’ Dudok ging in 1954 met pensioen, maar bleef wel betrokken bij zijn bureau.
De bouwtekeningen van het gebouw zijn gelukkig goed bewaard. De oude kopgevels bestonden uit betonnen prefab elementen met daarop gelijmde, geglazuurde steenstrippen. Robichon: ‘Die elementen moesten worden vervangen: het was niet mogelijk om daar een goede isolatiewaarde mee te bereiken. Bovendien wilden we een aantal gevelopeningen toevoegen, om meer daglicht in de achterliggende ruimten te vangen.’