De dekkende breedte is het horizontaal dekkende gedeelte van de dakpannen, minus de zijsluiting. De dekkende breedte van dakpannen controleer je op dezelfde manier als de latafstand. Leg weer 2 x 12 dakpannen en meet ze ‘gedrukt’ en ‘getrokken’, tel deze breedtes bij elkaar op en deel het totaal door 20.
Oftewel: De dekkende breedte = (breedte gedrukt + breedte getrokken) : 20
Vergeet ook hier niet om alle hulpstukken die de maat beïnvloeden mee te nemen in je maatcontrole, zoals onderpannen, knikpannen of chaperonpannen. Dit in verband met de in elkaar passende zijdelingse aansluitingen van de dakpannen.